360 Magazine

360 Magazine


Zo verspilt de EU haar technologiemiljarden

July 24, 2025

Brussel geeft elk jaar meer dan 10 miljard euro uit om innovaties te stimuleren. Maar dat geld stroomt niet naar start-ups, het subsidieert oude bedrijven. Slechts een fractie ervan zou effectief worden besteed.

Europa doet het momenteel goed op de beurs, maar dat ligt meer aan de onberekenbare politiek van Donald Trump dan aan de vooruitzichten van de EU-ondernemingen. Wie wat beter kijkt, beseft dat het continent waar het op technologische vooruitgang aankomt ver is achtergebleven bij de concurrentie. In de digitale economie domineren de tech-giganten uit de VS, van Google tot Microsoft. En in traditionele sectoren zoals de auto-industrie, chemische industrie en machinebouw is China Europa inmiddels voorbijgestreefd. Economen spreken van een technologieval, of preciezer: de mid-technologie-trap. 

Daar zijn veel redenen voor, zoals de voormalige minister-presidenten van Italië Mario Draghi en Enrico Letta vorig jaar in twee lijvige rapporten aan de EU-commissie hebben voorgerekend. De EU-landen investeren te weinig, de kapitaalsector is onderontwikkeld en de interne markt is nog altijd gefragmenteerd. Dat klopt allemaal, zo laat een recent onderzoek zien van het ifo Institut in München en de Bocconi Universiteit in Milaan. Maar Brussel beschikt nog over een ander instrument, dat bovendien veel makkelijker is in te zetten. Als de EU de technologische achterstand wil inhalen, aldus de studie, moet ze vooral haar slecht functionerende innovatie- en technologiebeleid veranderen. ‘In plaats van ondernemingen’, zegt professor Daniel Gros van de Bocconi Universiteit, zou Brussel beter ‘ideeën kunnen financieren’.

Oude industrieën

Op dit moment gebeurt dus meestal het eerste. De miljarden kostende EU-programma’s die Brussel uitvoert onder de hoogdravende naam ‘Horizon’ richten zich voornamelijk op oude industrieën, worden vaak door een kleine kring van gevestigde concerns afgenomen en vloeien naar projecten die waarschijnlijk zonder dat geld ook wel waren doorgegaan. De manier waarop de EU onderzoek stimuleert, is vooral een vorm van gewone bedrijfsfinanciering geworden, staat in het rapport. Echt vernieuwende ideeën levert het nauwelijks op.

Het gaat om enorme bedragen. In de afgelopen tien jaar heeft Brussel ongeveer 100 miljard euro in haar technologieprogramma’s gestoken. Maar wat dat vele belastinggeld heeft opgeleverd werd tot op heden nauwelijks systematisch onderzocht. Als eerste rekende het Duits-Italiaanse ­team van economen uit hoe sterk de Brusselse middelen bijdroegen aan de groei van de ontvangers – met een ontnuchterende uitkomst. Bij een groot deel van de projecten zijn ‘tijdens de periode van subsidiëring kleine positieve effecten’ opgemerkt, die echter niet van blijvende aard waren. Integendeel: sinds het begin van het eerste decennium van deze eeuw is het aandeel van bedrijven uit de EU in de wereldwijde high-techmarkten teruggelopen van 22 naar 11 procent.

Dat lag niet in de laatste plaats, zo ontdekten de onderzoekers, aan de manier waarop de Horizongelden worden verdeeld. Een groot deel komt niet terecht bij kleine creatieve start-ups, maar bij gevestigde bedrijven ‘op een gemiddeld technologisch niveau’, waaronder grote autoconcerns, van VW en Mercedes Benz tot en met Stellantis. Nog kritischer is het oordeel over de miljarden die terechtkomen bij grote bedrijfsconsortia, waarin gemiddeld twintig, soms wel honderd, partijen uit meerdere EU-landen samenwerken. Zulke projecten worden vaak niet van onderaf ontwikkeld door de bedrijven zelf, maar van bovenaf gepland door commissies van EU-ambtenaren, waarbij nationale belangen regelmatig zwaarder wegen dan technologische vernieuwing.

Een aanzienlijk deel van het geld belandt niet bij technologiebedrijven, maar bij consultancybureaus

De economen noemen als voorbeeld een Horizon-project rond batterijen voor elektrische auto’s, dat zich van meet af aan beperkte tot vertrouwde technologieën en gangbare productiemethoden. Geen wonder, stellen ze, dat zulke projecten zelden tot echte innovaties leiden, maar hooguit tot ‘marginale verbeteringen van bestaande technologieën’.

Sterker nog: een aanzienlijk deel van het geld belandt niet bij technologiebedrijven, maar bij consultancybureaus die gespecialiseerd zijn in het begeleiden van klanten door het woud aan Europese aanvraag- en verantwoordingsregels. Volgens de studie is de sterkste groei van de Horizon-programma’s dan ook ‘te vinden in de sector van consultancy en ondersteunende diensten’.

Het rapport laat ook zien hoe het wél werkt. De technologiesubsidies van de EU blijken namelijk wel effectief wanneer ze terechtkomen bij kleine, onafhankelijke bedrijven. In zulke gevallen bespeurden de onderzoekers doorgaans ‘positieve, aanhoudende en significante’ effecten. Helaas gaat slechts 7,5 procent van de Horizon-gelden naar dit type ondernemingen. De conclusie van de studie is dan ook weinig vleiend: slechts een fractie van het totale subsidiegeld wordt daadwerkelijk ‘effectief besteed’. Het leeuwendeel vloeit naar ‘bedrijven die zich gespecialiseerd hebben in het verwerven van Horizonsubsidies’, ‘vaak dochterbedrijven van de grote concerns’ die deelnamen aan ‘tientallen plannen’, in enkele gevallen zelfs meer dan tweehonderd.

Belemmeringen

Deze studie legt de hardnekkige zwaktes van de EU onder een vergrootglas, die Europa al lange tijd belemmeren in de wereldwijde concurrentiestrijd: een verlammende bureaucratie, de invloedrijke lobby van gevestigde bedrijven en belangengroepen en de voortdurende dominantie van nationale belangen. Dat leidt vooral tot zo’n ongunstige uitkomst omdat de EU niet beschikt over een kapitaalmarkt als die van de VS, die graag investeren in innovaties. De publieke EU-subsidies zouden dat gebrek eigenlijk moeten opvangen, maar versterken het probleem.

Als de EU-landen binnenkort over hun nieuwe begroting besluiten, doen ze er verstandig aan de conclusies van het rapport van de Duitse en Italiaanse economen ter harte te nemen: wie echte innovatie wil, moet niet blijven investeren in het oude, maar durven kiezen voor het nieuwe.