360 Magazine

360 Magazine


De wereld kan iets opsteken van Turkse protesterende jongeren

May 27, 2025

Straatprotesten in Turkije tegen het regime van Erdoğan blazen de falende progressieve partijen nieuw leven in. Andere landen kunnen hier iets van leren.

Nadat president Recep Tayyip Erdoğan tweeëntwintig jaar lang met machtsgrepen, overname van staatsapparaten en zware onderdrukking de Turkse bevolking heeft geprobeerd te reduceren tot islamo-fascistische onderdanen, vecht Turkije terug tegen zijn autoritarisme. Eind maart zijn er aanhoudende protesten geweest in talloze Turkse steden, waaronder in de machtscentra van het regime. 

Burgemeester Ekrem İmamoğlu van Istanboel is op 19 maart op dubieuze verdenkingen van corruptie gearresteerd, met als gevolg een opgezweepte bevolking. Binnen enkele dagen groeiden de protesten uit tot iets groters. Het werd een nationale beweging met als eisen democratie, waardigheid en vrijheid. De protesten deden denken aan de Gezi-opstand in 2013, waarbij een demonstratie tegen de bebouwing van het Gezipark in Istanboel uitgroeide tot een nationale protestbeweging tegen het autoritaire regime. Toch zijn er wat verschillen. Dit keer gaan ook jongeren de straat op, en dat terwijl iedereen dacht dat zij onder het Erdoğan-regime en tijden van economische crisis alle hoop voor de toekomst hadden laten varen. Ze riskeren ongeremd politiegeweld als ze naar dit soort, inmiddels verboden, bijeenkomsten gaan. 

Op een van de borden staat een tekst die het heersende sentiment perfect samenvat: ‘Als wij branden, branden jullie ook.’ Hoewel de protesten met veel politieke humor gepaard gaan, weet iedereen dat het allesbehalve grappig is: het land staat op een politiek kantelpunt. De teerling is geworpen. Erdoğan trekt zich terug of er zwaait wat. Hoe dat eruit komt te zien is een onduidelijk en angstaanjagend vooruitzicht. Toch heerst er een ongekende vastberadenheid onder het volk om die barrière van angst te doorbreken. In tegenstelling tot tijdens de Gezi-opstand wordt de politieke actie dit keer georganiseerd door de grootste oppositiepartij. Althans, dat is de opzet.

‘Als wij branden, branden jullie ook’

İmamoğlu is niet alleen de burgemeester van de grootste stad in Turkije, maar met zijn immense populariteit ook Erdoğans enige serieuze politieke rivaal. Vlak voordat hij om twijfelachtige redenen werd gearresteerd – vanwege financiële corruptie, leidinggeven aan een criminele organisatie en samenwerking met terroristische organisaties – stond İmamoğlu op het punt zijn kandidaatschap voor de volgende presidentsverkiezingen aan te kondigen. 

Verscheidene opiniepeilingen hebben aangetoond dat hij kans maakt om Erdoğan bij de volgende verkiezingen, in 2028, te verslaan. Volgens bronnen dicht bij Erdoğan was er een plan om İmamoğlu te arresteren en zwart te maken, en vervolgens een bewindvoerder aan het hoofd van de oppositie te plaatsen. Dit is al jaren Erdogans modus operandi. Een aantal burgemeesters uit oppositiepartijen – zoals de sociaaldemocraten of de Koerdische partij – zijn in hechtenis genomen en de arrestatie van İmamoğlu was voorzien. In de laatste video voor zijn arrestatie zei İmamoğlu kalm dat hij ‘vastberaden zou opkomen’ voor het Turkse volk.

Honderdduizenden mensen hebben dit als startsignaal gezien en hebben sinds die nacht de stadspleinen opgezocht. Bij het zien van de massale protesten veranderde de voornaamste oppositiepartij de kandidaatsverkiezingen in een grootschalige politieke actie. Partijleiders riepen alle burgers op om voor İmamoğlu te stemmen, als teken voor het regime dat steun aan hem de partijpolitiek ontstijgt. Bijna vijftien miljoen mensen stemden voor İmamoğlu, waarmee zijn positie als oppositiekandidaat werd bevestigd.

Democratieën wereldwijd kunnen een heleboel leren van wat er sindsdien in Turkije is gebeurd. Kennelijk zijn de gebruikelijke politieke partijen – de Democraten in de VS en de sociaaldemocraten in Europa – niet in staat om de politieke en morele woede van de menigte, die leiders zoals Trump en Erdoğan veroorzaken, te benutten. Partijen willen hun vingers niet branden aan de onvoorspelbaarheid van ‘straatpolitiek’ – en de menigte wil zich met zijn jeugdige enthousiasme niet graag binden aan versleten politieke instellingen. Wat is dan de oplossing?

Het koraalrif

De ouderwetse progressieve oppositiepartijen lijken op scheepswrakken; ze liggen weg te rotten. Ze zijn na vijftig jaar flirten met neoliberale hegemonie hun karakter kwijtgeraakt. Hun inherente banden met de progressieve delen van de samenleving zijn verbroken. Ze zijn door hun overweldigende bureaucratie veranderd in logge reuzen, die de wendbaarheid van het nieuwe radicale rechts onmogelijk kunnen bijbenen. Maar wat er nu in Turkije gebeurt, is dat energieke jongeren, die zich als een school vissen rond het wrak verzamelen, het weer doen opbloeien als een koraalrif. 

Dag in, dag uit geven jonge sprekers toespraken bij belangrijke partijbijeenkomsten en helpen ze de partij op weg. Ze zorgen ervoor dat de woede verder reikt dan alleen de arrestatie van İmamoğlu. Ze hebben een enorme invloed op het karakter van deze politieke beweging en doen de sociaaldemocratische partij weer opbloeien. De jongeren navigeren die trage reus terwijl die op zijn beurt flexibeler en dapperder probeert te worden om zich zo te kunnen verzetten tegen het meedogenloze regime.

Niet alleen in Turkije, ook in Europa en over de hele wereld luidt de vraag: is de menigte met zijn frisse energie in staat het wrak te betreden en dit in een levend organisme te veranderen, een organisme dat sterk genoeg is om de historische stroom richting het autoritarisme tegen te gaan? Turkije zal het ons leren.