360 Magazine

Zie het Lam Gods, maar waar is het?

Het is het grootste mysterie in de geschiedenis van de Belgische kunst: waar is het in 1934 gestolen paneel van het Lam Gods verborgen? Bestaat het nog? Vlaanderen wil al jaren de ontknoping van dit detectiveverhaal weten.
Iedereen wil het Lam Gods zien. De Franse revolutionairen en de hertog van Wellington, Hitler en Eisenhower, Jules Michelet en Albert Camus, koning Frederik III van Pruisen en zijn collega Jozef II uit het Heilige Roomse Rijk. Door de kunst en de geschiedenis is het altaarstuk, dat in opdracht werd gemaakt voor de kathedraal van Gent (waar het in gerestaureerde staat te bewonderen is), een van de beroemdste kunstwerken ter wereld.
Deze 3,75 meter hoge polyptiek, bestaande uit vier vaste panelen en twintig beweegbare luiken, werd tussen 1424 en 1432 gemaakt door Hubert Van Eyck en zijn jongere broer Jan Van Eyck. Het Lam Gods is een meesterwerk van de westerse kunst vanwege zijn harmonie, ontwerp, voorstelling, lichtval en uitvoering, schreef historicus Jules Michelet erover. De jongste van de gebroeders Van Eyck, die de olieverftechniek perfectioneerde, voegde veel details toe, zelfs de maankraters op de maan, en bracht de mensen, dieren, bomen en bloemen die op dit altaarstuk rond Christus (het Lam) zijn afgebeeld tot leven. Het Lam offert zijn leven, gesymboliseerd door zijn bloed, en ziet hoe engelen, heiligen, geestelijken en notabelen naar hem toe komen om hem te aanbidden.
MysterieBehalve schoonheid bevat het werk ook veel mysterie. In de lucht boven de stad zijn bijvoorbeeld gezichten van mensen onderscheiden. Maar wie zijn het? Tijdens de restauratie werd op de kop van het lam een tweede paar oren ontdekt. Deze zouden het eerste paar in de zestiende eeuw hebben vervangen. Maar waarom?
Historici wijzen ook op het voortdurende rondzwerven van het altaarstuk. In 1566 namen de calvinisten de macht over in Gent. Beeldenstormers wilden het werk van Jan Van Eyck vernietigen. Maar het werd op het laatste moment door de katholieken verborgen. Twee eeuwen later liet de burgemeester van Gent op verzoek van Jozef II de twee eikenhouten schilderijen met de afbeeldingen van Adam en Eva verwijderen, omdat de keizer deze te naakt vond. In 1794 brachten de revolutionairen het veelluik naar het Louvre, waarna Wellington het in 1816 persoonlijk terugbracht naar Gent. Via de ene verkoop na de andere belandde een deel ervan vervolgens in handen van de Pruisische koning Frederik III en daarna kwam het terecht in het Bode-Museum in Berlijn.
Het is zo vaak rondgegaan dat het Lam Gods door de eeuwen heen het meest gestolen, verspreide en getransporteerde schilderij ter wereld is geworden. En het gaat niet alleen om oude geschiedenis. Tijdens de Eerste Wereldoorlog werden de overgebleven delen in Gent ingemetseld en in 1918 werden de overige panelen in Berlijn teruggevonden. De nazi’s namen het werk in beslag in 1940 en verstopten het in de zoutmijn van Altaussee in Oostenrijk. Toen de de nazi’s de zoutmijn vier jaar later wilden laten ontploffen, werd het altaarstuk gered door de Monuments Men, opgericht door de Amerikaanse generaal Eisenhower.
De bisschop van Gent ontving een brief waarin om losgeld van een miljoen Belgische frank werd gevraagd
In 1940 hadden de Duitsers echter niet op het gehele altaarstuk de hand kunnen leggen. Er ontbrak een paneel, dat tot op heden mist. Toen kerkdienaar Van Volsem op 11 april 1934 de Sint-Baafskathedraal in Gent opende, ontdekte hij dat er twee panelen waren gestolen: het paneel met de afbeelding van de Rechtvaardige Rechters [binnenkant] en het paneel met de afbeelding van Johannes de Doper [buitenkant].
De politie had weinig aanknopingspunten. Op de laatste dag van dezelfde maand ontving de bisschop van Gent echter een brief waarin om losgeld van een miljoen Belgische frank werd gevraagd, ondertekend met de initialen D.U.A. De bisschop ging het gesprek aan en D.U.A. stuurde hem vervolgens een ticket voor een bagagedepot toe van het station Brussel-Noord. Ter plaatse overhandigde de medewerker van het bagagedepot een groot rechthoekig pakket aan de politie, waarin het paneel van Johannes de Doper zat. D.U.A. was dus geen oplichter. Maar toen de medewerker gevraagd werd naar het uiterlijk van de persoon die het pakket had achtergelaten, wist hij zich weinig te herinneren; hij omschreef hem als een man van in de vijftig met een sikje. Dat was alles.
Nadat het eerste paneel was overhandigd, besloot de politie een stap verder te gaan en bood aan om op 14 juni via een tussenpersoon in Antwerpen het losgeld te betalen om het tweede paneel terug te krijgen. Ze stopten echter slechts vijfentwintigduizend frank in de envelop. De dief, woedend, overhandigde de Rechtvaardige Rechters niet en het onderzoek liep vast.
Zijn geheimEind november 1934, tijdens een politieke bijeenkomst in Dendermonde vond een van de vreemdste feiten uit de hele zaak plaats. Nadat een man genaamd Arsène Goedertier een toespraak had gehouden, kreeg hij een hartaanval. Deze voormalige kerkdienaar en betrouwbare bankier uit Wetteren gaf op zijn sterfbed toe dat hij de enige was die wist waar het paneel met de Rechtvaardige Rechters zich bevond. Hij sprak de woorden ‘in mijn kantoor, sleutel, kast, map ziekenfonds…’, blies zijn laatste adem uit en nam zijn geheim mee het graf in. In de hoop meer te weten te komen ging men op zoek naar de bewuste map in Goedertiers kantoor. Er zat een envelop in met kopieën van de dertien losgeldbrieven, maar nergens was ook maar een spoor van het schilderij te bekennen…
In 1939 verklaarde de rechtbank Arsène Goedertier als de dief van de schilderijen, maar het laatste woord was hierover nog niet gezegd. Zoals dat gaat, doen sindsdien allerlei theorieën de ronde. Er werd bijvoorbeeld beweerd dat het schilderij zich bevond in de grafkelder van Koning Albert I, die in februari 1934 was overleden. In 2018 kwamen sommigen met het idee dat er zich onder de Kalandebergstraat, een winkelstraat in Gent, een kleine tunnel bevond. Maar er zijn geen doorslaggevende bewijzen. In 1941 werd een bestelling geplaatst bij een kopiist, die het schilderij reproduceerde en een van de Rechtvaardige Rechters afbeeldde in de gedaante van koning Leopold III. Albert Camus laat een van de personages in zijn roman De val het originele paneel in een kledingkast verstoppen.
Het verhaal eindigt hier niet. Caroline Dewitte, magistraat bij het parket van Gent en al twintig jaar verantwoordelijk voor de zaak van de Rechtvaardige Rechters, bevestigt dat er in oktober 2024 opnieuw een huiszoeking werd uitgevoerd in Oost-Vlaanderen. ‘Er waren wel degelijk aanwijzingen,’ benadrukt ze, ‘maar het schilderij is niet gevonden. Het Openbaar Ministerie doet altijd onderzoek als er geloofwaardige informatie binnenkomt. We willen geen deuren sluiten, enerzijds omdat het een belangrijk werk is en anderzijds om in toekomstig onderzoek duidelijk te kunnen maken dat een locatie al is gecontroleerd.’
‘Gemiddeld zijn er per jaar twee of drie sporen om te onderzoeken’
‘We hopen het nog steeds te vinden,’ zegt ze. ‘Er is geen bewijs dat suggereert dat het vernietigd is.’ Hoewel er bij het parket van Gent geen actief onderzoek loopt naar de zaak van de Rechtvaardige Rechters neemt het natrekken van aanwijzingen die door burgers of amateurspeurders worden doorgegeven ongeveer vijf procent van de werktijd van de magistraat in beslag. ‘Gemiddeld zijn er per jaar twee of drie sporen om te onderzoeken. Ik ben niet alleen. Er zijn twee agenten van de federale politie in Gent die ervaring hebben en meewerken aan het dossier.’
De zaak is in Gent nog steeds springlevend. Naar aanleiding van de recente berichten over de huiszoeking in oktober heeft Dewitte nadere informatie ontvangen.
In zijn invloedrijke werk The Story of Art beschrijft Ernst Hans Gombrich het ‘onvermoeibare geduld’ van Jan Van Eyck, waarbij hij detail na detail toevoegde om ervoor te zorgen dat zijn schilderijen de wereld om hem heen weerspiegelden. Dit is wat de Vlaamse schilderkunst onderscheidt van de Italiaanse. Op het Italiaanse schiereiland schilderden Brunelleschi en zijn collega’s – die de olieverfschilderkunst nog niet onder de knie hadden – de werkelijkheid na door middel van lijnen en perspectieven in plaats van minuscule details. Wie weet zal de opeenstapeling van aanwijzingen, details, verhoren, huiszoekingen en het onvermoeibare geduld van magistraten ons, in de geest van Jan Van Eyck, op een dag weer naar de Rechtvaardige Rechters leiden.