360 Magazine

360 Magazine


Een zebra met minder strepen 

December 28, 2024
ANP 302671676 1

Een bijna veertig jaar durende zoektocht om de quagga terug te brengen wordt een succes genoemd, maar niet iedereen is onder de indruk.


Als het eruitziet als een quagga, galoppeert als een quagga en blaft als een quagga, dan is het waarschijnlijk een quagga. Of niet? Wetenschappers en natuurbeschermers in Zuid-Afrika zeggen dat ze een zebra-achtig zoogdier uit de dood hebben teruggehaald; daarmee zou de quagga een belangrijke overwinning hebben behaald op de bekendere wolharige mammoet en de dodo in de wereldwijde race om uitgestorven dieren weer tot leven te wekken.

Maar niet iedereen viert feest. Tegenstanders van de bijna veertig jaar durende zoektocht menen dat die slechts een oppervlakkige namaakversie van het origineel heeft opgeleverd. ‘In feite maken ze gewoon een zebra met minder strepen,’ zegt Douglas McCauley, hoogleraar ecologie en evolutie aan de Universiteit van Californië in Santa Barbara.

Quagga’s waren ooit een inheemse diersoort in zuidelijk Afrika, maar door de fanatieke jacht werd hun populatie gedecimeerd; de laatst bekende quagga stierf in 1883 in de dierentuin in Amsterdam. In tegenstelling tot zebra’s hadden quagga’s alleen strepen op hun hoofd, hun nek en soms op hun rug. Hun achterwerk was over het algemeen streeploos en bruin, terwijl hun buik en poten wit waren. De naam quagga, waarbij je de g’s uitspreekt zoals in het Nederlands, is een onomatopee van het schelle, blaffende geluid dat het dier maakte.

Selectief fokken

In het begin van de jaren tachtig werd de quagga het eerste uitgestorven dier waarvan het DNA in kaart werd gebracht, wat de weg vrijmaakte voor andere moderne methoden om uitsterving tegen te gaan. Sommige wetenschappers dachten dat de quagga, een ondersoort van het meest voorkomende type zebra, teruggebracht kon worden door selectief te fokken. Terwijl klonen een exacte replica van een individueel dier oplevert, levert selectief fokken een hele populatie op, met een natuurlijkere genetische variatie. Alleen een ondersoort kan op deze manier worden gefokt.

The Quagga Project, een non-profitorganisatie die in 1987 werd opgericht, heeft zebra’s met lichtere, dunnere of bruinere strepen met elkaar laten paren, wat resulteerde in minder strepen op het achtereinde, de poten en buik van de nakomelingen.

Het was werk van de lange adem. Reinhold Rau, een Duitse taxidermist die in de jaren vijftig naar Zuid-Afrika emigreerde en de drijvende kracht was achter The Quagga Project, stierf in 2006. Veel van de wetenschappers uit de begintijd van het project zijn inmiddels met pensioen. Het duurt ongeveer twee jaar om te evalueren of een veulen patronen heeft die het fokprogramma vooruithelpen. Hengsten moeten ongeveer elke vijf jaar worden overgeplaatst om inteelt tegen te gaan en soms planten ze zich pas na twee of drie jaar voort met de merries in hun nieuwe kudde.

‘Ze zijn zo goed gelukt!’

Toch hadden de wetenschappers in 2005 een dier geproduceerd dat sprekend leek op de uitgestorven quagga. De organisatie zegt dat ongeveer 10 procent van de honderdvijftig dieren die ze nu bezit, gemakkelijk zou passen in een kudde quagga’s uit de negentiende eeuw. ‘Ongeveer elke vijf jaar kunnen we even kijken of we vooruitgang hebben geboekt,’ zegt March Turnbull, de projectcoördinator van The Quagga Project, terwijl hij vanuit een safariwagen een kudde quagga’s observeert bij Vergelegen, een wijnboerderij in de buurt van Kaapstad. Het landgoed Vergelegen herbergt momenteel tien van de zogenaamde Rau-quagga’s, waaronder vier die er geboren zijn. Turnbull kijkt vol ontzag naar de afwezige strepen op de billen en de achterpoten van sommige dieren. ‘Ze zijn zo goed gelukt!’ zegt de man die ongeveer vijf jaar geleden als vrijwilliger voor het project begon; daarvoor had hij als journalist al verslag gedaan van het quaggaproject.

Critici zeggen dat de Rau-quagga’s er misschien uitzien als uitgestorven quagga’s, maar waarschijnlijk kenmerken en adaptaties van de oorspronkelijke dieren missen.

Turnbull zegt dat Rau iets wilde rechtzetten: iets wat hij zag als een verschrikkelijk onrecht dat de quagga was aangedaan. Als kind in Duitsland had Rau in de dierentuin van Berlijn een dier gezien dat deel uitmaakte van een door de nazi’s gefinancierd project om de oeros, een reusachtig wild rund dat in de zeventiende eeuw was uitgestorven, terug te brengen door middel van fokken. De zoöloog die dat project leidde, stelde dat de quagga ook gefokt kon worden – een idee dat Rau bijbleef.

Egotripperij 

Toen Rau in 1969 een opgezet quaggaveulen repareerde, merkte hij dat de huid niet goed was schoongemaakt en dat er nog wat opgedroogd weefsel aan vastzat. Hij bewaarde een monster ervan tot begin jaren tachtig, toen hij het samen met andere monsters uit een museum in Europa naar genetici van de Universiteit van Californië in Berkeley stuurde. Uit hun DNA-analyse bleek dat de quagga nauw verwant was aan de steppezebra en daarom een kandidaat was voor reproductie. Andere pogingen om uitgestorven diersoorten nieuw leven in te blazen betreffen onder meer een nieuw project in Europa met de oeros, en wetenschappers in de VS proberen een ondersoort van de in de negentiende eeuw uitgestorven galapagosschildpad weer tot leven te brengen.

Zelfs tegenstanders van The Quagga Project zeggen dat dergelijke fokpogingen praktischer zijn dan de tot nu toe waarschijnlijk opvallendste poging om een uitgestorven dier tot leven te wekken: de wolharige mammoet. Wetenschappers in de VS gebruiken genoomtechnieken om de genen van een Aziatische olifant aan te passen om hem koudebestendiger te maken, onder andere door hem een ruige vacht, kleine oren en een gewelfde schedel te geven. Ze zeggen dat ze bezig zijn een ‘koudebestendige olifant met alle essentiële biologische eigenschappen van de wolharige mammoet’ te creëren.

‘Zelfs als ze erin zouden slagen, is de voor de hand liggende vraag: wat ga je er vervolgens mee doen?’ zegt Stuart Pimm, professor aan de afdeling conservatie-ecologie van de Universiteit van Pretoria in Zuid-Afrika. ‘Als je een wolharige mammoet zou hebben, zou je die in een kooi zetten. Dit is gewoon een enorm staaltje egotripperij.’

‘Als je naar deze dieren kijkt, zijn die een symbool van hoop’

Een deel van de kritiek op The Quagga Project kan volgend jaar worden weggenomen. Dan is moleculair bioloog Annelin Molotsi van plan om het DNA van de gekweekte quagga’s in kaart te brengen. ‘Daarmee zullen, denk ik, veel vragen worden beantwoord,’ aldus Molotsi.

Zelfs als de gensequenties laten zien dat de Rau-quagga’s niet helemaal overeenkomen met de echte quagga’s, dan nog zou het model voor het fokken van quagga’s gebruikt kunnen worden voor het herstel van populaties van ernstig bedreigde dieren, niet alleen van dieren die al uitgestorven zijn, zegt Peter Heywood, emeritus hoogleraar biologie aan de Brown-universiteit in Rhode Island, die een boek schreef over de quagga. ‘Als je naar deze dieren kijkt, zijn die een symbool van hoop, ook als ze niet helemaal overeenkomen met hun uitgestorven voorgangers.’