360 Magazine

360 Magazine


De langste mens is aan het krimpen

November 01, 2024

In Nederland blijken kinderen tegenwoordig kleiner te zijn dan hun ouders, terwijl de Nederlandse man in twee eeuwen 18 centimeter gegroeid is en nu de langste ter wereld is. Waarom die lengte nu weer afneemt is nog niet helemaal duidelijk.

Het is lastig om de fysieke gezondheid van een land of een regio te bestuderen, aangezien er nauwelijks consistent verzamelde indicatoren van gezondheid voorhanden zijn. Maar in ons recente onderzoek hebben we gekeken naar het duidelijke verband tussen de gezondheid van een bepaalde bevolkingsgroep en één simpel, veelvuldig vastgelegd gegeven: lichaamslengte.

Lichaamslengte is gedurende vrijwel de hele geschiedenis van de mens min of meer een constante geweest. Tot 1800 schommelde de gemiddelde lichaamslengte in Europa tussen de 1 meter 65 en de 1 meter 70, maar in de laatste tweehonderd jaar is er iets opmerkelijks gebeurd: de gemiddelde lengte is, over de hele wereld, maar met name in Europa, spectaculair toegenomen. In veel Europese landen is de gemiddelde lengte met meer dan 15 centimeter toegenomen, en dat is met name goed te zien in Nederland; de gemiddelde Nederlandse man is gegroeid van 1 meter 66 in 1810 tot 1 meter 84 anno nu, een toename van 18 centimeter in minder dan twee eeuwen. Op dit moment zijn Nederlandse mannen de langste ter wereld.

Hoewel DNA zonder meer een rol speelt bij lichaamslengte, kan zo’n enorme verandering bij een hele bevolking niet worden verklaard aan de hand van enkel de evolutie – want als dat het geval was, zouden we deze verandering van lichaamslengte terugzien over een veel langere periode.

In Nederland is er, net als in een groot deel van de rest van de wereld, de afgelopen tweehonderd jaar sprake geweest van een enorme verbetering van de levensstandaard, op alle vlakken: van een afname van oversterfte en besmettelijke ziekten tot een grotere beschikbaarheid van kwalitatief hoogstaand voedsel. De snelle toename van de lichaamslengte laat dan ook een duidelijk verband zien tussen leefomstandigheden en een gezondere, langere bevolking.

Tijdens onze ontwikkeling worden zowel lichaamslengte als gezondheid bepaald door deels dezelfde factoren, waarvan voeding de belangrijkste is. Om te groeien en gezond te zijn moeten mensen hun lichaam voorzien van voedingsstoffen. Maar het kan zijn dat andere lichaamsfuncties meer energie nodig hebben, waardoor de voedingsstoffen niet kunnen worden gebruikt voor groei; factoren als ziekte, stress of zware lichamelijke arbeid kunnen allemaal resulteren in een minder lange bevolking.

Recente onderzoeken hebben aangetoond dat in het Nederland van de negentiende eeuw langdurige of terugkerende ziekten samenhingen met een geringere lichaamslengte onder volwassenen, terwijl minder langdurige, eenmalige periodes van ziekte de groei juist bevorderden. De reden daarvan is vermoedelijk dat minder ernstige ziekten zorgden voor een betere immuniteit tegen toekomstige infecties.

De dood van ouders, met name van de moeder, leidt tot een geringere lichaamslengte

Verder is gebleken dat de dood van ouders, met name van de moeder, leidde tot een geringere lichaamslengte. Bij heel jonge kinderen is de verklaring hiervoor vermoedelijk dat ze afhankelijk waren van hun moeder voor voeding. Het ging echter ook op voor oudere kinderen, wat erop duidt dat het immens veel stress oplevert als een van de belangrijkste zorgverleners overlijdt.

Opmerkelijk genoeg bleek het verlies van een moeder bij kinderen te leiden tot een geringere lichaamslengte – zowel in Nederland als elders – terwijl dat niet opging voor het verlies van een vader. Mogelijk is dat het gevolg van de verschillende genderrollen bij de zorg voor kinderen in deze periode.

Over het algemeen genomen kan lengte worden gezien als een weerspiegeling van de kwaliteit en de kwantiteit van het voedsel dat mensen tot zich hebben genomen – en van de afwezigheid van stressfactoren die de energie van die voeding wegnemen – vanaf de geboorte tot aan het einde van de puberteit.

gezondheidstoestand

Bij het meten van de gezondheidstoestand van volwassenen is lengte een ingewikkelder gegeven. Vandaag de dag hebben mensen van meer dan gemiddelde lengte – en met name mannen – over het geheel genomen een geringere kans om te overlijden. Daarentegen hebben extreem lange mannen (1 meter 90 of langer) een net iets groter risico om te overlijden, voornamelijk omdat ze een grotere kans hebben op verschillende soorten kanker. Men vermoedt dat dit iets heeft te maken met de lichaamsmassa; langere lichamen hebben meer cellen en meer celdelingen, wat betekent dat er meer kans bestaat dat daar verstoringen optreden. Langere mensen nemen meestal ook meer calorieën tot zich, wat ook een rol zou kunnen spelen.

De bevindingen van onderzoek naar bevolkingen uit vroeger tijden (dat wil zeggen, van voor de Eerste Wereldoorlog) maken het nog complexer: langere mensen, en dit geldt zowel voor mannen als voor vrouwen, overleden over het algemeen op jongere leeftijd, zelfs als ze naar hedendaagse maatstaven relatief klein waren (zoals vrouwen van 1 meter 55).

Die hogere sterftecijfers waren vermoedelijk te wijten aan het feit dat kleinere mensen minder calorieën nodig hebben dan hun langere leeftijdgenoten. In perioden van schaarste, die in het verleden gebruikelijker waren, liepen kleinere mensen dan ook minder risico om ondervoed te raken.

Onder bevolkingen uit vroeger tijden overleden ook meer mensen aan besmettelijke ziekten dan tegenwoordig, en de combinatie van die twee factoren betekende een verhoogd overlijdensrisico voor langere mensen.

is ons voedingspatroon verslechterd? Belemmert obesitas bij kinderen de groei?

Ons onderzoek richtte zich primair op het belang van de factor lichaamslengte bij onderzoek naar het verleden, maar het heeft ook belangrijke implicaties voor de gezondheidszorg van vandaag de dag, vooral in gebieden die lastig te bereiken of in kaart te brengen zijn. Momenteel verzamelt de WHO gegevens over dwerggroei, dus of kinderen al dan niet achterblijven bij wat als een gezonde groeicurve wordt beschouwd. Deze gegevens worden algemeen gebruikt om een inschatting te maken van de mate van ondervoeding in een bepaald land of een bepaalde regio.

In Nederland zijn kinderen tegenwoordig kleiner dan hun ouders, maar het is onduidelijk waardoor de reuzen van de moderne wereld weer beginnen te krimpen. Dat roept een aantal serieuze vragen op: is ons voedingspatroon verslechterd? Belemmert obesitas bij kinderen de groei?

Door te ontrafelen waarom bevolkingen langer worden – of juist krimpen – kunnen we meer inzicht krijgen in de gezondheid op landelijk niveau, in plaats van op individueel niveau.