360 Magazine
Wie productiever wil leven moet minder multitasken
In onze snelle, door technologie gedreven wereld lijkt multitasken de norm geworden, maar journalist Oliver Burkeman daagt je uit om één ding tegelijk te doen.
Een paar maanden geleden stond ik op de rand van een zenuwinzinking; de lasten van het leven waren me te veel en ik leed aan omgevingsstress – een aandoening die in de jaren 2020 gewoon bij het leven lijkt te horen. In een poging mijn geestelijke gezondheid te behouden – of misschien wel terug te krijgen – ging ik een persoonlijke uitdaging aan. Andere mensen zouden op zo’n moment misschien meedoen aan een slopende triatlon of op een intensieve meditatieretraite gaan. Ik daarentegen besloot geen podcasts of muziek meer te luisteren tijdens het hardlopen, het autorijden, het uitruimen van de vaatwasser, noem maar op. Ik besloot me, met andere woorden, slechts te concentreren op wat ik nou eigenlijk aan het doen was, om maar één ding tegelijk te doen.
Het was verrassend moeilijk. En mocht je het lollig vinden dat ik zo’n onbenullige verandering van mijn gewoonten ervoer als een groot existentieel gevecht, dan wacht ik wel even tot je bent uitgelachen, maar daarna zou ik je willen verzoeken: probeer het maar eens. Zoek uit welke trucjes jij gebruikt om te vermijden dat je aandacht honderd procent ligt bij wat het ook is dat je op dat moment doet, en laat die een week of twee achterwege. Dan kom je er misschien net als ik achter dat je, zonder het zelf in de gaten te hebben gehad, verslaafd was aan verschillende dingen tegelijk doen. En misschien ben je het dan ook met me eens dat de kunst om je leven te leiden als een opeenvolging van bezigheden – om de dingen een voor een te doen en de daaruit voortvloeiende confrontatie met onze menselijke beperkingen aan te gaan – weleens een van de meest cruciale vaardigheden zou kunnen zijn om overeind te blijven in de onzekere, crisisgevoelige toekomst die we met zijn allen tegemoetgaan.
De neiging om te multitasken is overigens niets nieuws. ‘We denken met een horloge in de hand,’ klaagde Nietzsche al in 1887, ‘zelfs tijdens het middageten, terwijl we het laatste nieuws van de beurs lezen.’ En we weten ook al heel lang dat multitasken eigenlijk niet werkt. Je hebt vast weleens een artikel gelezen – terwijl je misschien met een half oog televisiekeek – over onderzoek dat uitwijst dat echt multitasken niet eens kán; in feite wisselt onze aandacht razendsnel tussen verschillende focuspunten zonder dat we ons daarvan bewust zijn, terwijl dat elke keer een grote mentale inspanning vereist. Uit een onderzoek onder chauffeurs bleek dat bij maar 2,5 procent van de deelnemers de prestaties er niet op achteruitgingen als ze twee dingen tegelijkertijd probeerden te doen. De rest van de mensen doet beide dingen gewoon veel slechter.
Beladen met een enorme hoeveelheid werk zie je soms geen andere optie dan je aandacht dan maar te verdelen
De druk die je voelt om te multitasken lijkt soms opgelegd van buitenaf. Beladen met een enorme hoeveelheid werk zie je soms geen andere optie dan je aandacht dan maar te verdelen. En als de problemen in de wereld om je heen je ook nog ter harte gaan, dan zijn er momenteel zo veel redenen tot ongerustheid – het klimaat, de staat van de democratie, de dreiging van artificiële intelligentie en het risico van een kernoorlog, om er maar een paar te noemen – dat multitasken een plicht lijkt voor iedere rechtgeaarde burger.
Technologische ontwikkelingen voeren de druk nog verder op. Degenen onder ons die niet zijn opgegroeid in een digitale wereld kunnen zich een tijd herinneren dat we geen sociale media tot onze beschikking hadden om onszelf af te leiden van minder plezierige taken, een tijd waarin we door de aard van de voorhanden zijnde middelen en werkwijzen – de reguliere post bijvoorbeeld, of een bezoek aan de bibliotheek om research te doen – minder druk ervoeren van werkgevers of klanten om de grenzen van onze beperkte aandachtsspanne te overschrijden.
Maar filosofen en spiritueel leraren hebben lang geleden al begrepen dat onze neiging om nooit geheel te willen opgaan in één bezigheid diepgeworteld is en voortkomt uit onze strijd tegen de sterfelijkheid.
De hindoeïstische mysticus Patanjali bijvoorbeeld beschouwde één ding tegelijk doen als een kernonderdeel van yoga, waaruit blijkt dat mensen dat tweeduizend jaar geleden dus ook al niet makkelijk vonden. We verzetten ons tegen onze unipresence, zoals Jordan Raynor, een christelijke schrijver van boeken over productiviteit, het noemt, dat wil zeggen: ons onvermogen om ons op meer dan één plek tegelijk te bevinden, met als tegenpool de omnipresence die aan God wordt toegeschreven. En we komen in opstand tegen de korte duur van ons verblijf op aarde, dat gemiddeld maar zo’n vierduizend weken beslaat. Dit veroorzaakt een onplezierig gevoel van beperktheid, aangezien het betekent dat er altijd veel meer zal zijn wat we zouden kúnnen doen dan wat we daadwerkelijk zúllen doen. De keuze om een deel van onze tijd aan een bepaalde bezigheid te spenderen betekent automatisch de opoffering van talloze andere dingen die we in die tijd hadden kunnen doen.
Dit verklaart de aantrekkingskracht van het multitasken: het behelst de loze belofte dat we de ketenen van onze eindigheid op een of andere manier kunnen afwerpen. We vertellen onszelf dat we met voldoende zelfdiscipline en de juiste tijdmanagementstrucs uiteindelijk alles aankunnen en een goed gevoel over onszelf zullen hebben. Hoewel je het gevoel kunt hebben dat het zich vlak om de hoek bevindt, komt dat Utopia er natuurlijk nooit. De enige manier om in een overweldigende wereld gezond van zinnen te blijven – en enige concrete invloed op die wereld te kunnen hebben – is niet langer te proberen om aan de condition humaine te ontsnappen en in plaats daarvan de realiteit van onze beperkingen onder ogen te zien. Dat is de ongemakkelijke waarheid.
Als je jezelf afleidt van lastige taken door bijvoorbeeld podcasts te luisteren, worden die taken niet beter te verdragen
Als je jezelf afleidt van lastige taken door bijvoorbeeld podcasts te luisteren, worden die taken niet beter te verdragen; integendeel, ze worden juist vervelender, doordat je ervan overtuigd raakt dat je ze slechts kunt verdragen als je jezelf daarbij afleidt. En ondertussen zul je de taak in kwestie niet naar behoren uitvoeren noch goed kunnen luisteren naar de inhoud van die podcast.
Wie meer taken gedaan wil krijgen, moet leren om het grootste deel daarvan te laten wachten en zijn aandacht slechts te richten op een ervan. ‘Dat is het “geheim” van mensen die “zo veel dingen gedaan krijgen” en ook nog eens zo veel ogenschijnlijk moeilijke dingen,’ schrijft de managementgoeroe Peter Drucker in zijn boek The Effective Executive. ‘Ze doen maar één ding tegelijk.’ Om verschil te kunnen maken op één bepaald terrein moet je jezelf toestaan je niet in gelijke mate te bekommeren om alle andere terreinen.
Er zal altijd te veel te doen zijn, wat je ook doet. Maar het voordeel van dit ogenschijnlijk ontmoedigende feit is dat je het jezelf dus ook niet kwalijk hoeft te nemen als het je niet lukt om alles te doen, en jezelf evenmin onder druk hoeft te zetten om het tempo bij te benen door eens even flink te gaan multitasken.
In plaats daarvan kun je je beperkte tijd, energie en aandacht steken in een handvol bezigheden die er echt toe doen. Daar zul je dan ook nog eens meer van genieten. Dat het me inmiddels lukt om in het hier en nu te zijn terwijl ik hardloop, autorijd of kook is niet te danken aan een nieuw verworven spirituele vaardigheid. Nee, het komt gewoon doordat ik besef dat ik toch nergens anders kan zijn dan hier en nu, zodat ik de stressvolle pogingen om mezelf van iets anders te overtuigen, maar beter achterwege kan laten.