360 Magazine
Zo zetten de rijkste mensen van Europa de politiek naar hun hand
De invloed van miljardairs en hun fortuin in de nationale en internationale politiek is niet te onderschatten. Wie de rijkste mensen in Europa zijn en hoe ze hun geld inzetten om de politiek te beïnvloeden, is de afgelopen maanden onderzocht door meer dan zeventig journalisten uit veertig landen.
Stel je voor: je zit op je superjacht en leest in Financial Times over een nieuw belastingvoorstel waardoor je belastingtarief met minder dan 1 procent zou stijgen. Jij, iemand uit de klasse der superrijken, vindt dat je dit niet kunt laten gebeuren. Welke opties heb je? Je kunt een grote nationale krant overnemen en het redactionele standpunt beïnvloeden. Je kunt ook een onderzoekscentrum opzetten en financieren en het als onafhankelijk instituut ‘wetenschappelijke’ studies laten uitvoeren die jouw standpunt bevestigen. Je zou ook een groep lobbyisten kunnen financieren om in te praten op parlementsleden die de regels maken in jouw land.
Al deze acties hebben in het verleden meer dan eens plaatsgevonden. De Franse mediamagnaat en miljardair Vincent Bolloré nam een gerenommeerd weekblad over en installeerde een extreemrechtse journalist als hoofdredacteur. Dit leidde in de zomer van 2023 tot wekenlange stakingen van het personeel van het blad. In Duitsland publiceerde een ‘klimaatinstituut’ rapporten waarin het effect van de mens op de klimaatcrisis wordt ontkend, vermoedelijk gefinancierd door olie- en gasbedrijven uit de Verenigde Staten. En de rijkste man van Europa, magnaat in luxegoederen Bernard Arnault, heeft naar verluidt advertenties van zijn bedrijven teruggetrokken uit kranten na kritische berichtgeving.
Miljardairs kunnen de nationale en internationale politiek veranderen
Miljardairs kunnen de nationale en internationale politiek veranderen en dat gebeurt vaak ook. Omdat ze beschikken over enorme sommen geld, zijn deze individuen van groot belang voor partijleiders en andere politieke spelers, die vaak donaties van hen ontvangen. Maar invloed hoeft niet vrijwillig of zelfs bewust te worden uitgeoefend. Wetgeving wordt bijvoorbeeld vaak zodanig ontworpen dat miljardairs ervoor kiezen in hun land te blijven. In de praktijk betekent dit dat wetgevers anticiperen op het humeur van miljardairs en hun tegemoetkomen voordat de miljardairs zelf er zelfs maar aan dachten om hun wensen kenbaar te maken.
Zowel politieke partijen als rijke individuen hebben er geen belang bij om deze indirecte manier van lobbyen inzichtelijk te maken voor het publiek. De beslissingen van de superrijken kunnen de economische, sociale en culturele situatie van een land volledig veranderen, ten goede of ten kwade. Maar we weten nauwelijks iets over hun politieke banden of ambities of over de invloed die ze hebben op de nationale en internationale politiek.
Amancio Ortega Gaona
De Spaanse industrieel Amancio Ortega Gaona (1936) is met een geschat fortuin van 85 miljard euro de rijkste man van Spanje en nummer vijftien op de lijst van rijkste personen op aarde. In 2015 was hij zelfs even ’s werelds rijkste. Afkomstig uit een bescheiden gezin in Léon raakte hij op jonge leeftijd gefascineerd door mode en textiel.
Hij begon zijn carrière als boodschappenjongen voor verschillende kledingwinkels in A Coruña, het centrum van de Spaanse textielindustrie. In 1972 begon hij Confecciones Goa, een bedrijf dat kamerjassen produceerde en verkocht. Van daaruit begon hij zich steeds meer te richten op snelle en betaalbare mode en in 1974 creëerde hij modemerk Zara. Hij ontwikkelde een innovatieve productie- en distributiestrategie die een revolutie teweegbracht in de modewereld. Het bedrijfsmodel van zijn bedrijf Inditex is gebaseerd op flexibele productie en distributie, snelle aanpassing aan de voorkeuren van de consument en de vestiging van winkels op strategische locaties overal ter wereld.
Transparantie
We weten zo weinig over hun rijkdom dat zelfs de academische wereld grotendeels vertrouwt op de ranglijsten met miljardairs van Forbes of Bloomberg (waar dit onderzoek ook op is gebaseerd). Sommige landen verbieden de publicatie van gegevens over rijkdom, zoals Luxemburg, waar ranglijsten van de rijken niet openbaar worden gemaakt. Het kleine land heeft een van de strengste antitransparantiewetten ter wereld. Hoewel er meer dan 47.000 miljonairs en naar schatting 17 miljardairs in het land wonen (in 2014 – de laatst beschikbare gegevens), weet zelfs de regering niet hoeveel de inwoners bezitten, omdat individuen hun bezittingen niet hoeven op te geven. Op dit moment bestaat er ook geen EU-wetgeving over transparantie van vermogen.
Dit gebrek aan transparantie leidt tot herhaalde gevallen van financiële fraude en belastingontduiking, zoals de Panama Papers, de Paradise Papers en de Pandora Papers aan het licht brachten. Zonder transparantie kunnen we ook niet discussiëren over de grote morele vraag hoeveel ongelijkheid we als samenleving kunnen accepteren. Hoeveel mag de top 1-procent bezitten?
Als we kijken naar de drie rijkste personen in veertig Europese landen, zijn slechts zes daarvan vrouw
Het zal niemand verbazen dat er ook aan de top van de economische ladder sprake is van ongelijkheid tussen mannen en vrouwen. Als we kijken naar de drie rijkste personen in veertig Europese landen, zijn slechts zes daarvan vrouw. Bovendien hebben de meeste vrouwelijke miljardairs op onze lijst hun rijkdom verkregen door te erven van hun vader of grootvader. Verschillende soorten ongelijkheid werken op elkaar in, en ongelijkheid in rijkdom is daarop geen uitzondering.
Vermogensongelijkheid bestaat niet alleen binnen landen, maar binnen de Europese context ook tussen de niveaus van rijkdom. Eén persoon springt er in het bijzonder uit: Bernard Arnault, eigenaar van het Franse luxeconcern LVMH. Hij is veruit de rijkste persoon in Europa en bezit ruim 100 miljard euro meer dan de volgende miljardair in onze database. Ook opmerkelijk is dat drie van de vier Franse miljardairs in dit onderzoek rijk zijn geworden dankzij luxemerken zoals Louis Vuitton, l’Oréal of Gucci. Dat staat in schril contrast met de rest van het continent, waar miljardairs hun fortuin meestal verwierven in grotere industrieën, zoals bouwbedrijven of supermarkten.
Het regionale verschil in rijkdom tussen de Balkan en delen van Oost-Europa en de rest van het continent is enorm. De Kroatische ‘verzekeringskoning’ Dubravko Grgić is de rijkste persoon op de Balkan en bezit vijf keer minder dan de rijkste Nederlander en dertig keer minder dan Bernard Arnault. Bovendien zijn de meeste miljardairs in West-Europa rijk geworden door voort te bouwen op geërfd geld of op eigendommen van hun familie. In Centraal- en Oost-Europa en op de Balkan hebben de meeste miljardairs zich omhooggewerkt, vaak ook door gebruik te maken van dubieuze praktijken in de jaren negentig.
Susanne Klatten
Susanne Klatten (1962) is als rijkste vrouw van Duitsland met een vermogen van ruim 21 miljard euro een prominent bewoner van miljardairsland. Ze is nummer 72 op de lijst van rijkste personen op aarde en staat daarmee ver boven bijvoorbeeld Rupert Murdoch. Klatten groeide op in Bad Homburg als dochter van industrieel Herbert Quandt. De familie Quandt heeft een uiterst dubieus naziverleden, dat later op verzoek van de familie door een historicus uit de doeken is gedaan.
Susannes vader Herbert Quandt redde BMW in 1959 van een faillissement, waarmee hij een fortuin vergaarde dat later overging op zijn kinderen. Susanne en haar broer bezitten bijna de helft van de BMW-aandelen en kregen in maart van dit jaar ruim een miljard aan dividend uitgekeerd. Klatten is een van de grootste CDU-donateurs, is werkzaam in de Duitse start-upscene en actief betrokken bij tal van sociale en milieuorganisaties. En zoals zoveel ultrarijken is ze publiciteit liever kwijt dan rijk.
Politiek
Sommige miljardairs in onze database waren zelfs werkzaam in de politiek. Een paar opmerkelijke voorbeelden zijn de Britse premier, Rishi Sunak, die rijker is dan de Britse monarch; Bidzina Ivanisjvili, sinds jaar en dag de schaduwkoning van Georgië; Mészáros Lőrinc, de Hongaarse miljardair en trouwe vriend van Viktor Orbán; en Christoph Blocher, financier van de Zwitserse extreemrechtse Volkspartij (SVP). Bidzina Ivanisjvili verdiende voor zover bekend zijn geld door spotgoedkoop mijnbouw- en staalinfrastructuur te verwerven tijdens de periode van privatisering na het uiteenvallen van de Sovjet-Unie in de jaren negentig. Sinds 2000 zijn hij en zijn familie eigenaar van een van de grootste banken van Georgië.
Hij werd in 2012 premier met de partij die hij oprichtte, maar na slechts een jaar in functie trad hij af. Maar hij heeft nog steeds grote invloed in het Kaukasische land. Hij wordt bekritiseerd omdat hij het buitenlandbeleid in de richting van Rusland stuurde, waardoor Georgië volgens velen een autocratische staat is geworden. Mészáros Lőrinc, die een van Orbáns meest loyale oligarchen wordt genoemd, was een redelijk succesvol zakenman tot de Fidesz-partij van Viktor Orbán in 2010 aan de macht kwam. Daarna werd hij snel superrijk door overheidsprojecten binnen te halen dankzij zijn banden met de Hongaarse premier.
Hij probeerde burgemeester van zijn geboortestad te worden, wat alleen lukte na een hoogstpersoonlijke interventie van Orbán. In 2016 nam Lőrinc Mediaworks over, een van de grootste Hongaarse uitgevers. Op deze manier werkt hij samen met de regering in het verder beperken van de onafhankelijke pers en media in het land.
Hij staat erom bekend de Zwitserse politiek naar rechts te dwingen door financiering van de extreemrechtse Zwitserse Volkspartij (SVP)
Christoph Blocher is een Zwitserse miljardair die zijn geld verdiende als meerderheidsaandeelhouder van een groot Zwitsers chemiebedrijf. Hij staat erom bekend de Zwitserse politiek naar rechts te dwingen door financiering van de extreemrechtse Zwitserse Volkspartij (SVP), de grootste partij van het Alpenland. Als Zwitsers parlementariër speelde hij een belangrijke rol in het succesvolle referendum tegen het Zwitserse lidmaatschap van de Europese Economische Ruimte in de jaren negentig. Later werd hij raadslid van de Zwitserse federale regering op Justitie, totdat hij in 2007 werd afgezet. Niettemin oefende hij tot lang daarna aanzienlijke invloed uit op het land door campagnes te financieren voor referenda tegen minaretten, boerka’s en alles wat buitenlands is. Zonder zijn rijkdom was de opkomst van de SVP niet mogelijk geweest.
Filantroop George Soros en zijn vrouw Tamiko Bolton in 2017, Berlijn. – © Getty images
Ongelijkheid
Twee derde van de Europeanen wil dat regeringen iets doen aan de ongelijkheid van rijkdom en ziet het belasten van de superrijken als een belangrijke taak van hun regeringen. Weinig onderwerpen kennen zo’n ruime instemming: in Oostenrijk bijvoorbeeld wil 80 procent van de bevolking hogere vermogensbelasting voor de rijken.
De legendarische Amerikaanse investeerder Warren Buffett zei ooit in een interview dat hij volgens de wet minder belasting moest betalen dan zijn receptionist, ondanks het feit dat hij een van de rijkste personen ter wereld is. Hij had geen ongelijk, want de meeste miljardairs hebben geen traditioneel belastbaar inkomen. In plaats daarvan zit het grootste deel van hun geld in aandelen en andere financiële activa, die alleen belast worden als ze met winst worden verkocht. Omdat miljardairs doorgaans maar heel weinig aandelen verkopen – niet meer dan nodig om hun uitgaven te dekken – worden ze belast op deze zogenaamde vermogenswinsten in plaats van op een ‘normaal’ inkomen als werknemer.
Hij moest volgens de wet minder belasting betalen dan zijn receptionist, ondanks dat hij een van de rijkste personen ter wereld is
Er zijn maar heel weinig miljardairs die een aanzienlijk deel van hun vermogen aan filantropische activiteiten besteden. In de Verenigde Staten gaven 264 van de 400 grootste miljardairs minder dan 5 procent van hun vermogen weg, aldus cijfers van de Forbes Philanthropy Score. Hoewel een dergelijke ranglijst in Europa ontbreekt, bevestigt ons onderzoek dat de Europese cijfers overeenkomen met de Amerikaanse. Er zijn wel een paar miljardairs die waardevol werk financieren voor de verbetering van democratie en mensenrechten, zoals de Open Society Foundations van George Soros.
Veel maatschappelijke organisaties zijn echter afhankelijk van financiering door deze filantropen, wat hun voortbestaan kan bedreigen als de financiering wordt ingetrokken, zoals blijkt uit de recente aankondiging van Open Society Foundations om de financiering in Europa volledig stop te zetten. In sommige landen is het maatschappelijk middenveld afhankelijk van een paar individuen of instellingen, die volledig buiten de democratische controle of besluitvorming opereren.
Bernard Arnault
Bernard Arnault (1949), de Franse zakenmagnaat die als kind van een rijke industriële familie al in weelde werd geboren, werkte zich op tot de rijkste man van Europa. En dat niet alleen, na Elon Musk is hij met een slordige 163 miljard euro de een-na-rijkste man op aarde. Arnault is oprichter, voorzitter en CEO van Louis Vuitton Moët Hennessy (LVMH), ’s werelds grootste bedrijf in luxegoederen.
Hij studeerde aan de prestigieuze Franse ingenieursschool École polytechnique en nam op 27-jarige leeftijd het bouwbedrijf van zijn vader over, dat hij transformeerde tot vastgoedbedrijf. Maar de echte klapper kwam na de overname in 1984 van de zieltogende Boussac-groep, eigenaar van Christian Dior. Na die overname verkocht hij bijna alle activa van het bedrijf, ontsloeg 7000 werknemers en hield alleen Christian Dior en warenhuis Le Bon Marché over. Geholpen door de beurscrash van 1987 bemachtigde hij aandelen in de LVMH-groep, waarna hij er de grootste aandeelhouder van werd.
Belastingen
Filantropie is dus niet iets om op te rekenen. Er is eigenlijk maar één manier om met zulke extreme niveaus van concentratie van rijkdom om te gaan: belastingen, belastingen en nog eens belastingen.
De politieke invloed van de rijken is een van de redenen waarom de rijksten niet meer belasting betalen. Maar er is meer aan de hand: het ontbreekt aan competentie bij beleidsmakers als het gaat om financiële kwesties, vooral aan de linkerkant van het politieke spectrum. Voor een recente studie werden progressieve Duitse politici ondervraagd, en daaruit bleek dat als het op belastingkwesties aankomt niet alleen lobbyisten, maar ook een gebrek aan kennis de invoering van vermogensbelasting in de weg staan.
Politiek geïnteresseerde jongeren hebben de neiging om zich aan te sluiten bij linkse partijen omdat ze vooral geïnteresseerd zijn in werk en sociale zaken, en minder in financiële kwesties. Ondertussen bestaan er bij conservatieve parlementsleden wachtlijsten om lid te kunnen worden van financiële commissies. Door de enorme complexiteit – die soms kunstmatig wordt vergroot – is het lastig om de status quo te veranderen.
Om de ongelijkheid in rijkdom goed aan te pakken, moet het belastingbeleid een zaak worden die progressieve partijen aan het hart gaat. Anders blijven politici onwetend en worden ze makkelijk overschaduwd door degenen die er alles aan doen om geen belasting te hoeven betalen.
Het belastingbeleid moet een zaak worden die progressieve partijen aan het hart gaat
In principe zijn er twee manieren om de superrijken effectief te belasten: vermogenswinstbelasting en vermogensbelasting. Zoals hierboven uiteengezet, worden zeer rijke mensen meestal proportioneel minder belast dan mensen met een normaal inkomen, omdat vermogenswinsten uit de verkoop van aandelen belast worden. In enkele landen met de meeste miljonairs en miljardairs per hoofd van de bevolking, zoals Luxemburg, Zwitserland en België, wordt geen vermogenswinstbelasting geheven. In Europese landen die wel belasting heffen op vermogenswinst uit de verkoop van beursgenoteerde aandelen, bedraagt deze belasting gemiddeld 19,4 procent. Ter vergelijking: volgens de Europese Commissie bedroeg de inkomstenbelasting in Europa van 1996 tot 2021 gemiddeld iets meer dan 40 procent.
Het inkomen van miljardairs is echter maar een fractie van wat ze bezitten, omdat het meeste geld in activa zit, zoals aandelen en obligaties, onroerend goed, luxeartikelen en contant geld. Al deze rijkdom wordt systematisch te weinig belast. Van de twaalf Europese landen die in 1990 vermogensbelasting hieven, doen alleen Noorwegen, Spanje en Zwitserland dat tegenwoordig nog. Vermogensbelasting werd in veel landen afgeschaft, omdat de progressie ervan al vroeg merkbaar werd en diegenen trof die ‘slechts’ een paar miljoen op hun bankrekening hadden. Vervolgens vertrokken veel rijke mensen naar landen waar deze belasting niet bestaat, waardoor de totale belastinginkomsten in de vertreklanden daalden – dit gebeurde bijvoorbeeld nadat Noorwegen onlangs zijn vermogensbelasting licht verhoogde.
De sociaaldemocratische regering verhoogde de vermogensbelasting van 0,85 procent naar 1,1 procent, en dat leidde tot een grote kapitaalvlucht door veel van de miljardairs in het land. Ze namen zo veel geld mee dat de vermogensbelasting in Noorwegen naar verwachting ruim 500 miljoen euro minder zal opleveren dan nu het geval is. Om te voorkomen dat miljardairs naar andere Europese landen verhuizen, moet de belasting in meerdere landen hetzelfde zijn. Dit is vergelijkbaar met het nieuwe wereldwijde minimumtarief voor vennootschapsbelasting van 15 procent voor multinationals, die werd ingevoerd door de Organisatie voor Economische Samenwerking en Ontwikkeling.
Beweging
Er is op Europees niveau beweging in dit debat. In juni van dit jaar startte een groep economen, activisten, politici en multimiljonairs een Europees burgerinitiatief dat eist dat de Europese Commissie een permanente en progressieve jaarlijkse vermogensbelasting invoert. Om het deze keer te laten lukken, stelt een team van economen rond stereconoom Thomas Piketty een hoge drempel voor die ervoor zorgt dat alleen een kleine groep superrijken wordt getroffen. Bovendien zou geërfde rijkdom zwaarder belast moeten worden dan inkomen of selfmade rijkdom, omdat je je ouders nu eenmaal niet kunt kiezen. Europese burgerinitiatieven zijn zelden succesvol en de wetgevende bevoegdheid van de EU op het gebied van belastingen is beperkt. Toch zou dit bij uitstek een goed initiatief zijn waar linkse groepen zich achter zouden kunnen scharen in aanloop naar de Europese verkiezingen van 2024.
Als samenleving hebben we weinig inzicht in de rol die de meeste superrijken spelen in de politiek. We moeten de mate van concentratie van rijkdom begrijpen – vooral de impact ervan op democratische processen en besluitvorming – om te kunnen bepalen wat eraan gedaan zou kunnen en moeten worden.
In Noorwegen en Finland worden de belastingaangiften van alle burgers zonder uitzondering elk jaar gepubliceerd, zodat iedereen ze kan inzien. Media kunnen via een website lijsten samenstellen van de grootverdieners in het land. Kan dat misschien dienen ter inspiratie?