360 Magazine

360 Magazine


Zijn tatoeages goed of slecht voor ons immuunsysteem?

August 04, 2023
iStock 669911398

De wetenschap begrijpt (nog) niet helemaal hoe het kan dat tatoeages overleven, terwijl ons immuunsysteem aan één stuk door z’n uiterste best doet om de geïnkte indringer te vernietigen. Maar misschien wordt ons immuunsysteem juist wel versterkt door tatoeages.



In 2018 betaalde ik iemand een paar honderd dollar om in rap tempo verschillende naalden in de huid van mijn rechterpols te zetten. Het voelde alsof ik werd belaagd door een cavalerie van microscopisch kleine krabbetjes. Bij iedere prik werd er zwarte inkt geïnjecteerd, die geleidelijk het patroon aannam van dubbele aanhalingstekens. Het was mijn eerste tatoeage en waarschijnlijk niet mijn laatste.



In de duizenden jaren dat tatoeages inmiddels bestaan, is er weinig veranderd. De praktijk houdt nog steeds in dat er wonden worden gekerfd tot permanente geïnkte figuren die ons esthetisch bevallen. Veel omtrent tatoeëring blijft echter mysterieus: wetenschappers zijn er nog steeds niet helemaal achter waarom bepaalde tatoeages snel vervagen en andere zichtbaar blijven terwijl ze geacht worden te verdwijnen, of hoe ze op licht reageren. Maar een van de grootste en minst bestudeerde raadsels is wel hoe tatoeages überhaupt overleven. Ons immuunsysteem doet aan één stuk door z’n uiterste best om ze te vernietigen. Hebben we eenmaal door waarom dat niet lukt, dan zegt dat misschien iets over een van de belangrijkste functies van ons lichaam, ook als we de huid onbeklad laten.



Aanval

Wanneer een tatoeage in de huid wordt aangebracht, beschouwt het lichaam dat als een aanval. De huid is de ‘eerste barrière’ van het immuunsysteem; hij is royaal voorzien van snel handelende verdedigingscellen die onmiddellijk in actie kunnen komen als hij wordt geschonden, zegt Juliet Morrison, viroloog aan de Universiteit van Californië in Riverside. Eerste instructie aan zulke cellen: alles wat vreemd is onderscheppen en vernietigen, zodat het herstel kan beginnen.



Die missie is over het algemeen heel succesvol – met als gevolg dat brandwonden genezen, littekens langzaam vervagen en korstjes afvallen – behalve om de een of andere reden als er inkt in het spel is. De deeltjes in pigmenten zijn log en moeilijk voor de enzymen in een afweercel om af te breken. Dus als inkt wordt ingeslikt door afweercellen zoals in de huid woonachtige macrofagen – die hun leven wijden aan het verslinden van ziektekiemen, dode cellen en andere rommel in een piepklein stukje lichaam – kan die veranderen in een microscopische versie van gom. De pigmentdeeltjes nestelen zich in de ingewanden van de macrofagen en weigeren afgebroken te worden. Wanneer inkt zichtbaar is op de oppervlakte van het lichaam, is die niet gewoon verweven met huidcellen, maar schijnt die dwars door de buik van macrofagen die hem niet kunnen verteren.



Sandrine Henri, immunoloog aan het Immunologiecentrum van Marseille-Luminy in Frankrijk, heeft samen met haar collega’s ontdekt dat de voorliefde van macrofagen voor inkt kan helpen verklaren waarom tatoeages zo hardnekkig blijven zitten, zelfs als de cellen dood zijn. Aan het eind van zijn leven, dat een paar dagen tot een paar weken duurt, begint een macrofaag uiteen te vallen en laat hij de pigmenten in zijn binnenste los. Maar zodra dat gebeurt wordt de inkt weggegrist en opgeschrokt door een andere macrofaag die, slechts een paar micrometer verderop – nog niet de breedte van een mensenhaar, de rol van zijn voorganger min of meer overneemt.



Na een tijdje worden de randen van tatoeages soms wat minder scherp, naarmate de inkt van cel naar cel gaat. Bovendien kan een deel van het pigment worden afgevoerd naar lymfeklieren. Die grotere afweercentra zijn normaal gesproken gebroken wit. Maar bij zwaar getatoeëerde mensen kunnen ze uiteindelijk ‘de kleur van inkt’ krijgen, zegt Gary Kobinger, immunoloog aan het Galveston National Laboratory van de Medische Universiteit van Texas. Doorgaans blijft de inkt echter zitten waar hij zit, in de macrofagen. Volgens Henri wordt deze eindeloze estafette van opname, afstoting en heropname gezien als een deel van de verklaring waarom het zo moeilijk is om tatoeages weg te laseren.



Consequenties

Wetenschappers zijn er nog niet zeker van of de inktophoping in de macrofagen consequenties heeft. ‘Wat nu als we ze op die manier dwingen om zorg te dragen voor vreemde pigmentklonten, in plaats van de immuniteit te bewaken?’ vroeg Morrison zich af toen ik haar sprak. Verstopte macrofagen zijn misschien wel minder goed in staat om gevaarlijker spul op te nemen, zoals ziektekiemen. Uit een vorig jaar gepubliceerde studie bleek dat tatoeagepigment wellicht invloed heeft op de proteïnen die ze produceren en de signalen die ze naar andere cellen sturen. Het zou ook kunnen dat de cel te hevig of te zwak begint te reageren op onbekend materiaal, en dat daardoor het immuunsysteem potentieel wordt benadeeld als een nieuwe tatoeage ontstoken of geïnfecteerd raakt of een allergische reactie teweegbrengt.



Infecties bij tatoeages zijn zeldzaam – ze komen in hooguit 5 of 6 procent van de gevallen voor – en als ze zich voordoen, zijn ze meestal bacterieel van aard. Maar in heel zeldzame gevallen kunnen liefhebbers van bodyart een gevaarlijk virus oplopen, zoals hepatitis C. Gelukkig gaat het met de meeste getatoeëerde mensen ‘gewoon goed’, zeker met de modernste hygiënemaatregelen, zegt Danielle Tartar, dermatoloog aan de Universiteit van Californië in Davis.



Henri maakt zich in elk geval geen zorgen. Het immuunsysteem is veelzijdig en vult zijn cellen constant aan; doet zich een grotere aanval voor, dan zijn de cellen die zich met inkt bezighouden waarschijnlijk in staat versterking in te roepen om de dreiging af te wenden. En het is ook heel goed mogelijk dat de macrofagen slechts tijdelijk in de war zijn door de inkt die ze hebben opgeslokt, en daarna weer een nieuwe balans vinden.



Er is trouwens meer aan de hand met het immuunsysteem dan cellen die dol zijn op inkt. Een paar jaar geleden voegde een groep onderzoekers onder leiding van Jennifer Juno, immunoloog aan de Universiteit van Melbourne, tatoeage-inkt toe aan een vaccin; ze wilden zien waar de injectievloeistof bij muizen en makaken uiteindelijk terechtkwam. Uit niets bleek dat afweercellen ‘niet vrolijk’ werden van de pigmenten of het loodje legden, vertelde Juno me. Evenmin leek de inkt de goede werking van het vaccin in de weg te staan.



Personen die zich vaak laten tatoeëren lijken hogere doses van bepaalde afweermoleculen, inclusief antilichamen, in hun bloed te hebben



Het toebrengen van kleine beschadigingen aan de huid – door een expert met steriele, hypoallergene kledij en materialen – hield nabije afweercellen zelfs scherp. Recente studies wijzen uit dat macrofagen en andere zogeheten natuurlijke afweercellen wellicht in staat zijn om kortstondig enkele van hun eerdere confrontaties met andersoortig vreemd materiaal te onthouden en derhalve beter te reageren op toekomstige aanvallen. (Dit is uiteraard precies waar het bij vaccinatie om gaat, maar vaccins richten hun pijlen op aangepaste afweercellen, die veel vatbaarder zijn voor het proces.) Het is ook mogelijk – al wordt dit nog niet door data ondersteund – dat het leren samenleven met tatoeage-inkt afweercellen helpt om hun reactie op andere substanties te bepalen en misschien zelfs auto-immuunaanvallen te onderscheppen, zegt Tatiana Segura, biomateriaaldeskundige aan de Duke-universiteit. ‘Als je lichaam een tatoeage überhaupt verdraagt, betekent het dat het immuunsysteem zich heeft aangepast,’ zegt María Daniela Hermida, dermatoloog in Buenos Aires.



Om meer inzicht te krijgen in de effecten van tatoeages op de immuniteit verrichtte Christopher Lynn, antropoloog aan de Universiteit van Alabama, diepgaand onderzoek naar zwaar getatoeëerde mensen in verschillende delen van de wereld. Hij en zijn collega’s ontdekten dat personen die zich vaak laten tatoeëren hogere doses van bepaalde afweermoleculen, inclusief antilichamen, in hun bloed lijken te hebben dan mensen bij wie zelden inkt wordt geïnjecteerd. Misschien, zei Lynn toen ik hem sprak, krijgt het immuunsysteem bij frequente tatoeage een regelmatige, lichte training en blijven bepaalde stukjes van ons verdedigingsarsenaal er gezonder door.



Maar meer antilichamen is niet hetzelfde als betere immuniteit, en onderzoekers hebben tot nu toe geen idee hoelang zulke effecten aanhouden, zegt Saranya Wyles, dermatoloog aan de Mayo Kliniek. En omdat Lynn en zijn collega’s geen klinische proef hebben gedaan waarbij ze sommige personen lieten tatoeëren en andere niet, kunnen ze niet echt bewijzen dat de stapel antilichamen een direct gevolg is van een tatoeage. Het kan zijn, vertelde Lynn, dat mensen met van nature hogere doses van bepaalde afweermoleculen meer geneigd zijn veel tatoeages te nemen, omdat ze niet zo snel slecht reageren. In dat geval zouden tatoeages eerder een lakmoesproef voor het lichaam zijn – wat in bepaalde opzichten klopt met de culturele hang naar bodyart in veel culturen: pronken met je pijntolerantie. Hoe dan ook, Lynn waarschuwt dat tatoeëren zelfs in het best denkbare scenario zijn grenzen zal hebben.



Inspiratiebron

Los van de vraag of tatoeages op zichzelf de immuniteit verhogen, vormen ze wellicht een inspiratiebron voor de technologie die daar wel toe in staat is. Kobingers team is niet het enige dat met de techniek van tatoeagenaalden in de weer is bij het toedienen van injecties, met de bedoeling ze krachtiger, efficiënter en draaglijker te maken. In de huidige praktijk worden de meeste vaccins ver onder de huid toegediend, in de spieren, die niet rijk gezegend zijn met afweercellen. Het proces kost tijd en er zijn behoorlijk grote doses nodig om echt effect te hebben. De huid daarentegen is ‘een formidabele plek om vaccins toe te dienen,’ zei Kobinger toen ik hem sprak. ‘De cellen zijn al ter plekke, en er is een onmiddellijke reactie.’



Een techniek om in de huid te vaccineren, de zogenaamde ‘intradermale’ manier, bestaat al en wordt gebruikt bij injecties tegen pokken, hondsdolheid en, sinds kort, apenpokken. De toediening van intradermale vaccins vereist echter nogal wat training – en als naalden hun doel missen, kan de effectiviteit van de injectie enorm kelderen. Door tatoeagenaalden en vaccinflacons te combineren, kun je die valkuilen in theorie omzeilen, zei Kobinger. Met een steeds verfijndere technologie, aldus Kobinger, hebben mensen op een dag wellicht minder injecties van een bepaalde hoge dosis nodig, en dat bespaart tijd, geld, inspanning en ongerief. Er komt geen inkt aan te pas. Maar misschien hebben deze naalden wel de kans een blijvende indruk op ons te maken.



Lees ook:



Hoe een bacterievrij jaar een generatie van ‘coronakinderen’ heeft veranderd